Categorieën
Bewoners en gebruikers Seger van Doorn

Seger van Doorn 1838-1844

Seger van Doorn van beroep huisknecht kocht op 17 september 1838 van Frans Nicolaas van Bern, burgemeester van Zeist, een stuk bouw-bos en tuinland. Hij bouwde op deze grond samen met zijn vrouw Jacoba Maria Vermeulen het Buitenverblijf genaamd Landlust nu bekend onder de naan Villa Rozenhoeve.

Categorieën
Bewoners en gebruikers Herman Dirk de Geer

Herman Dirk de Geer 1844-1848

Jonkheer Herman Dirk de Geer, rentenier en wonende te Utrecht kocht op 6 september 1844 Buitenplaats Landlust van Jacoba Maria Vermeulen, weduwe van Seger van Doon.

Categorieën
Bewoners en gebruikers J. F. van Reede van Oudtshoorn

J.F. van Reede van Oudtshoorn 1848-1873

Johan Frederik van Reede van Oudtshoorn

Op zeven februari 1848 kocht Johan Frederik Baron van Reede van Oudtshoorn, samen met zijn vrouw Amelia Elisabeth Bonifacia Singendonck de buitenplaats Landlust gekocht.

Johan Frederik was rechter, later raadsheer uit Utrecht die in 1848 zitting had in de Dubbele Tweede Kamer en vanaf 1853 daarvan gewoon lid was. Medestander van Groen van Prinsterer en tegenstander van belangrijke hervormingen in 1848. Behoorde tot een adellijk geslacht dat oorspronkelijk uit Rhede in Westfalen kwam en later deel uitmaakte van de Gelderse en Utrechtse ridderschap.

antirevolutionair
in de periode 1848-1860: buitengewoon lid Tweede Kamer, lid Tweede Kamer

 voornamen
Johan Frederik

 personalia
geboorteplaats en -datum
Utrecht, 11 december 1806

overlijdensplaats en -datum
Utrecht, 28 maart 1860

levensbeschouwing
Nederlands Hervormd: orthodox

 partij/stroming
stroming(en)
antirevolutionair

 loopbaan
–    rechter Arrondissementsrechtbank te Utrecht, omstreeks 1842 tot 9 februari 1847
–    lid Provinciale Staten van Utrecht voor de ridderschap, van 1 juli 1845 tot februari 1847
–    raadsheer Provinciaal Gerechtshof te Utrecht, van 9 februari 1847 tot 28 maart 1860
–    lid gemeenteraad van Utrecht, van 1847 tot 1855
–    buitengewoon lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de provincie Utrecht, van 18 september 1848 tot 7 oktober 1848
–    lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Amersfoort, van 14 juni 1853 tot 28 maart 1860

 opleiding
academische studie
–    Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie) Hogeschool te Utrecht, van 21 november 1823 tot 1 juli 1830

 activiteiten als parlementariër
–    Voerde in 1848 als lid van de Dubbele Kamer het woord bij de algemene beschouwingen over de Grondwetsherziening en bij de behandeling van de hoofdstukken III (Staten-Generaal) en XII (additionele artikelen)
–    Stemde tegen de hoofdstukken I (Rijk en inwoners) en III (Staten-Generaal), alsmede de additionele artikelen van de nieuwe Grondwet
–    Sprak in de Tweede Kamer regelmatig over onderwijs, en voorts over onder meer gezondheidszorg, justitie, binnenlandse zaken en financiën

 wetenswaardigheden uit de privé-sfeer
Zijn vader was inspecteur der douane te Lyon en ontvanger der in- en uitgaande rechten te Rotterdam

verkiezingen
–    Versloeg in 1853 A.W. Engelen (lib.) en S. van Walchren
–    Versloeg in 1856 A.W. Engelen (lib.) na herstemming

woonplaats(en)/adres(sen)
Utrecht

predikaten/adellijke titels
–    baron, 26 april 1822

 publicaties/bronnen
publicaties
“De salutatione maritima” (dissertatie, 1830)

literatuur/documentatie
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel III, 1028

 familie/gezin
huwelijk/samenlevingsvorm
gehuwd te Utrecht, 27 september 1833

naam echtgeno(o)t(e)/partner
A.E.B. Singendonck, Amelia Elisabeth Bonifacia

kinderen
2 dochters (tweeling die kort na de geboorte overleed)

naam vader
J.F. baron van Reede van Oudtshoorn, Johan Frederik

geboorteplaats en/of -datum vader
Kaap de Goede Hoop, 11 februari 1779

naam moeder
E.C.S. Röell, Elisabeth Constantia Sophia

geboorteplaats en/of -datum moeder
Amsterdam, 31 augustus 1777

familierelaties
Neef (oomzegger) van W.F. baron Röell, minister en Eerste-Kamerlid

Categorieën
Abraham van Vloten Bewoners en gebruikers

Abraham van Vloten 1873-1877

Abraham van Vloten van beroep commisionair in effecten koopt op 15 april 1873 de buitenplaats genaamd Rozenhoeve van de erfgenamen van Johan Frederik van Reede van Oudtshoorn en zijn echtgenote Amelia Elisabeth Bonifacia Singendonck.

Categorieën
Bewoners en gebruikers Joannes Kooij Junior

Joannes Kooij Junior 1877-1888

Joannes Kooij Junior, fabrikant en wonende te Amsterdam koopt op 31 januari 1877 op een veiling van Abraham van Vloten “de Buitenplaats Rozenhoeve met Heerenhuizing, Stal, Koetshuis, tuinmanswoning, schuur, bloem en moestuin, en bosch, benevens een daar tegenover gelegen beukenboschje en tuin, alles gelegen te Zeist aan den Kroostweg, …..”

Categorieën
Bewoners en gebruikers Felix Theodor Westerwoudt

Felix Theodor Westerwoudt 1888-1915

Op vier februari 1888 kocht Felix Theodor Westerwoudt Buitenplaats Rozenhoeve. Hij en zijn erven hebben de buitenplaats 27 jaar in bezit gehad. Felix Theodoor heeft, waarschijnlijk met zijn dochter Antonia Regout Westerwoudt, opdracht gegeven voor de villa in haar huidige gedaante.  F.T. WesterwoudtFelix Theodor Westerwoudt was bestuurder en advocaat uit een Amsterdamse katholieke patriciërsfamilie. Was vooral actief op provinciaal niveau (bijna een halve eeuw), onder meer als gedeputeerde. Bracht in die functie verbeteringen op het gebied van verkeer en waterstaat tot stand. Was verder voorzitter van de Raad van Administratie van de Hollandse IJzeren-spoorwegmaatschappij. Actief in diverse besturen, zowel op financieel en economisch gebied en op sociaal-charitatief terrein. Zette zich onder meer in voor het katholieke onderwijs. Eindigde zijn loopbaan als staatsraad in buitengewone dienst.

in de periode 1901-1914: staatsraad in buitengewone dienst

voornamen
Felix Theodoor

 personalia
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 12 april 1831

overlijdensplaats en -datum
Amsterdam, 29 april 1914

levensbeschouwing
Rooms-Katholiek

 partij/stroming
stroming(en)
–    liberaal
–    lid kiesvereniging “Recht voor Allen”
–    lid kiesvereniging “Grondwet”
–    lid kiesvereniging “Nederland en Oranje”

 loopbaan
–    advocaat te Amsterdam, vanaf 1854
–    directeur Nationale Hypotheek Bank
–    lid Provinciale Staten van Noord-Holland voor het kiesdistrict Nieuwer-Amstel, van 20 november 1856 tot september 1902
–    lid gemeenteraad van Amsterdam, van 1861 tot januari 1862
–    lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 7 januari 1862 tot juni 1902
–    lid Raad van State in buitengewone dienst, van 16 april 1901 tot 29 april 1914

 nevenfuncties
–    regent Huiszittenhuis te Amsterdam, vanaf 1856
–    lid Raad van Toezicht Algemeen Ziekenfonds te Amsterdam
–    voorzitter bestuur Kostelooze Amsterdamsche Polikliniek
–    directeur Insitituut voor Doofstommen, departement Amsterdam
–    vrorzitter Nederlandsche Vereeeniging tot Verbetering der Gevangenen, afdeling Amsterdam
–    voorzitter vereniging Liefdewerk voor Veroordeelden (oprichter)
–    voorzitter bestuur Vincentius-scholen (medeoprichter)
–    voorzitter diverse polderbesturen
–    lid Raad van Commissarissen De Nederlandsche Bank, van 1880 tot 1914
–    lid Commissie van Administratie over de gevangenissen te Amsterdam, omstreeks 1880
–    lid commissie voor het stichten eener woning met huiskapel voor de pauselijke internuntius te ‘s-Gravenhage, 1889 (tevens president provinciaal comité in Noord-Holland)
–    lid College van Curatoren Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, van 1898 tot 1910
–    voorzitter Raad van Administratie H.S.M. (Hollandsche IJzeren-Spoorweg Maatschappij), omstreeks 1904
–    lid Raad van Toezicht Maatschappij voor Gemeente Crediet te Amsterdam, omstreeks 1904
–    lid Raad van Commissarissen Nationale Hypotheek Bank, omstreeks 1904
–    lid Raad van Commissarissen Brandwaarborg maatschappij “Vestia”, omstreeks 1904
–    buitengewoon lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, vanaf 1902

erefuncties, comité’s van aanbeveling etc.
erevoorzitter Schoolbestuur St. Vincentius-Vereniging

 opleiding
academische studie
–    Romeins en hedendaags recht (gepromoveerd op dissertatie) Hogeschool te Leiden, tot 1854

 wetenswaardigheden
uit de privé-sfeer
–    Bevriend met het liberale Eerste-Kamerlid E.N. Rahusen
–    Een dochter van hem was gehuwd met een zoon van C.J.A. van Rijckevorsel, Eerste-Kamerlid
–    Zijn vader was makelaar in effecten

niet-aanvaarde politieke functies
–    minister van Justitie, juni 1866 (geweigerd)
–    minister van Justitie, januari 1871 (geweigerd)

woonplaats(en)/adres(sen)
–    Amsterdam, Herengracht, omstreeks 1861
–    Weesp, omstreeks 1876

overige onderscheidingen en prijzen
–    Ridder derde klasse Orde van de Gouden Leeuw van het Huis van Nassau, 12 augustus 1874
–    gedenkpenning provincie Noord-Holland t.g.v. 40-jarig Statenlidmaatschap

 publicaties/bronnen
publicaties
“De matre, patri supersite, liberorum tutelam recusante” (dissertatie, 1854)

literatuur/documentatie
–    P. Hofland, “Leden van de raad. De Amsterdamse gemeenteraad 1814-1941”
–    H. van Felius en H.J. Metselaars, “Noordhollandse Statenleden 1840-1919”
–    Wie is dat? 1902
–    Ned. Patriciaat, 1958

 familie/gezin
huwelijk/samenlevingsvorm
gehuwd te Amsterdam, 17 juli 1856

naam echtgeno(o)t(e)/partner
L.W.P.A. Bruijnen, Laurentia Wilhelmina Petronella Allegonda

naam vader
J.B. Westerwoudt, Johannes Bernardus

naam moeder
A.Th. Bouvy, Anna Theresia